Mijn Verhaal

Altijd verbonden met kunst en natuur.

Vanaf mijn prille jeugd ben ik opgevoed met respect voor de natuur en kunst. Bij ons thuis waren er altijd dieren: honden, katten, vissen, maar vooral vogels. Mijn vader was naast zijn functie als technisch tekenaar altijd bezig als beeldend kunstenaar en cartoon tekenaar. Boetseren, schilderen, tekenen en het maken van siliconen mallen is mij samen met mijn broer en twee zussen met de paplepel ingegoten. Zo leerde ik denken met mijn handen en dat heeft mij vaak door moeilijke tijden heen geholpen. 

Na de lagere school ging ik naar de Koningsschool in Apeldoorn. Ik wilde boswachter worden. Deze groene opleiding met al haar facetten was breed en interessant maar voor mij er ontbrak iets. Wat dat was, daar kwam ik pas veel later achter. Na vele vervolgstudies en functies, vond ik voldoening als ondernemer. Ondernemen is voor mij creatief bezig zijn binnen de kaders die je zelf maakt. Mijn bedrijf groeide in nog geen 5 jaar uit tot zo’n 100 man. Ik werd genomineerd als ondernemer van het jaar, maar ik merkte ook dat leidinggeven iets heel anders is dan ondernemen. Mijn creativiteit en werkplezier namen zichtbaar af. Ik kreeg een burn-out en werd min of meer gedwongen om mijn ‘kindje’ te verkopen. Deze ingrijpende periode werd echter afgesloten met een enorme kers op de taart. Ik kreeg er 2 kindjes voor terug. Mijn vrouw en ik kregen een tweeling. De eerste jaren deden we samen de opvoeding. In tegenstelling tot veel andere ouders was dit voor ons een ontspannen tijd. De jongens groeiden voorspoedig op en ik ging werken als interim, veelal in de functie van algemeen directeur en commercieel directeur. Na 2015, en zeker in de Coronatijd, werd het voor mij rustiger, er braken andere tijden aan. Het werd een fase van veranderen, een fase van omschakelen van denken met mijn hoofd naar denken met mijn handen. 

Zowel mijn vriend en beeldend kunstenaar Jan Ketelaar, waarmee ik al mijn hele leven bevriend ben, als keramiste Gonnie Boomgaard, moedigden mij aan om meer te gaan doen met mijn creatieve achtergrond. Ik vroeg verschillende kunstenaars en bronsgieters om advies. Veel van hen stonden hiervoor open en ik leerde in deze periode de beperkingen van brons kennen, maar ook de kwaliteiten ervan. Ik richtte mijn eigen atelier in en ging aan de slag. Alle stappen van het proces doe ik hier zelf, behalve het uiteindelijke gieten van het brons.

Ik richt mij het allerliefst op het maken van herkenbare en inheemse dieren. Liefst vogels. Des te natuurgetrouwer, met een beweging, des te mooier ik het vind. Noem het bewegende realistische figuratieve kunst. Voor mij is er niets leuker om te horen dan wanneer een meisje tegen haar moeder in het voorbij fietsen zegt: “Kijk een winterkoninkje!”  Het liefst maak ik een beeld dat op zichzelf wordt geplaatst en niet op een sokkel. Mijn beelden vinden hun plaats, of in huis, of buiten aan een bestaande boom, een hekwerk of wat anders. Ook heeft Gonnie Boomgaard mooie combinaties gemaakt met een keramische schaal of boom. Als het niet anders mogelijk is, kan een sokkel natuurlijk ook.

Mijn eerste beeld was van onze nationale vogel de Grutto. Ik zag hem ergens in brons en dacht: “dat kan ik beter”. Zie mijn beeld “Skries op é hikke”. Hij moest nog in brons gegoten worden en was al 3 keer verkocht. Toen hij uiteindelijk klaar was, waren de commentaren en recensies lovend. Dat was voor mij ontroerend goed om te horen. Hierna ging het snel. 

De eerste opdrachten kwamen binnen. Op de unieke opdrachten na, gaan alle nummer één beelden naar mijn vrouw.  Zij is mijn grootste drijfveer en fan. 

Leo Adema